Grenzen herkennen, bespreken en respecteren: Het verhaal van Maarten
Maarten, 19 jaar, wil benadrukken hoe belangrijk het is om een gezonde balans te hebben tussen prestatie en welzijn. Met zijn verhaal laat hij zien hoe deze balans bij jongeren beïnvloed wordt door de omgeving, want dit is nou eenmaal hun referentiekader. Zij hebben dan ook ondersteuning nodig van bijvoorbeeld goede rolmodellen en gesprekspartners die hen helpen deze gezonde balans tot stand te brengen. Want hoe weet je als jongere nou dat je een gezonde balans hebt als je alleen je eigen referentiekader hebt? Zij moeten van anderen leren hun grenzen te herkennen, deze bespreekbaar te maken en te respecteren. Lees hieronder zijn verhaal:
Maarten, 19 jaar, werd slechthorend geboren, wat een grote invloed had op zijn jeugd. Zijn eerste schoolervaringen was op een basisschool voor slechthorende en dove kinderen. Hoewel hij daar veel leerde, was hij rond groep 5 klaar voor een nieuwe uitdaging. “Ik deed met rekenen mee met groep 8, verveelde me tijdens taal en spelling, en deed niet zoveel meer.” Zijn ouders besloten hem naar een reguliere basisschool te sturen, waar hij meer uitdaging vond en net boven het gemiddelde presteerde.
“Ik deed met rekenen mee met groep 8, verveelde me tijdens taal en spelling, en deed niet zoveel meer.”
“Ik deed met rekenen mee met groep 8, verveelde me tijdens taal en spelling, en deed niet zoveel meer.”
De echte prestatiedruk begon voor hem op het voortgezet onderwijs. Na lang wikken en wegen koos hij voor het gymnasium en ging hij naar een tweetalig gymnasium. Deze overstap zorgde voor een enorme sprong in moeilijkheid, vooral voor Maarten. Zijn eerste toets, een Engels toets, resulteerde in een 7,2, wat hem verdrietig maakte omdat zijn klasgenoten hogere cijfers haalden. “Nu lach ik erom, maar ik zie hoe het is ontstaan. Mijn ouders legden, waarschijnlijk onbedoeld, veel druk op mij om te presteren. Alles wat geen 9 of hoger was, was niet genoeg.”
“Nu lach ik erom, maar ik zie hoe het is ontstaan. Mijn ouders legden, waarschijnlijk onbedoeld, veel druk op mij om te presteren. Alles wat geen 9 of hoger was, was niet genoeg.”
“Nu lach ik erom, maar ik zie hoe het is ontstaan. Mijn ouders legden, waarschijnlijk onbedoeld, veel druk op mij om te presteren. Alles wat geen 9 of hoger was, was niet genoeg.”
Deze druk beïnvloedde Maarten zijn perceptie van wat goede en oké cijfers zijn. Dit leidde ertoe dat hij vrijwel geen sociaal leven had en redelijk presteerde op de middelbare school. Hoewel hij zijn ouders niet helemaal dankbaar is voor deze druk, is hij tevreden met waar hij nu staat in het leven. “Ik weet niet hoe mijn leven eruit zou zien als ik beter mijn grenzen had aangegeven of soms een steekje had laten vallen.”
“Ik weet niet hoe mijn leven eruit zou zien als ik beter mijn grenzen had aangegeven of soms een steekje had laten vallen.”
“Ik weet niet hoe mijn leven eruit zou zien als ik beter mijn grenzen had aangegeven of soms een steekje had laten vallen.”
Vandaag de dag probeert Maarten een balans te vinden tussen presteren voor de universiteit, waar hij deelneemt aan een Honours programma, en zijn sociale leven. “Soms gaat dit nog niet helemaal goed, maar ik heb gelukkig vrienden die me een beetje onder controle houden.”