Het belang van mentale gezondheid op scholen: Het verhaal van Dominique
Dominique, 19 jaar, zet zich als jongerenambassadeur in voor de mentale gezondheid van jongeren. Zelf heeft ze ervaren hoe moeilijk het kan zijn om als jongere te praten over hoe het écht met je gaat. Je wilt aan de verwachtingen van de buitenwereld voldoen en andere niet belasten met je problemen. Haar verhaal maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat er verder wordt gekeken dan alleen het zichtbare gedrag van de jongere, bijvoorbeeld door risicosignalering op scholen. Lees hieronder haar verhaal:
Als je van kinds af aan mee krijgt dat het niet zinvol is om je problemen uit te spreken, omdat er toch niks mee gedaan wordt en er daardoor alleen maar op je wordt neergekeken, leer je al snel genoeg om je mond te houden. Dat gaat lange tijd goed, maar na verloop van tijd wordt het steeds zwaarder om alle balletjes hoog te houden. Nog veel te vaak wordt op scholen verondersteld dat als een leerling goed presteert op zowel academisch als sociaal vlak, er geen reden is tot zorg. Want als het slecht zou gaan met de mentale gezondheid van een leerling, dan is dat vanzelf terug te zien in de cijfers, toch? Dat dit lang niet altijd het geval is, blijkt uit het verhaal van Dominique.
Dominique werd geboren na een zwangerschap van 26 weken. Door de vroeggeboorte liep ze een hersenbeschadiging op die ervoor zorgt dat ze beperkt wordt in haar motorische ontwikkeling. Om zich net als ieder ander kind makkelijk te kunnen voortbewegen, krijgt ze een rolstoel. Dit vergroot haar zelfstandigheid, maar al snel krijgt ze ook te maken met de stigma’s die aan rolstoelgebruikers verbonden zitten. “Mensen denken vaak dat ik door mijn rolstoel ook sociaal-emotioneel en cognitief beperkt ben. Deze onterechte aanname heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf constant wilde bewijzen.” Hierdoor presteert ze goed op school, heeft ze haar rijbewijs gehaald en is ze maatschappelijk betrokken. Echter, de druk om te presteren leidde tot chronische stress, met een grote impact op haar mentale en fysieke gezondheid.
“Mensen denken vaak dat ik door mijn rolstoel ook sociaal-emotioneel en cognitief beperkt ben. Deze onterechte aanname heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf constant wilde bewijzen.”
“Mensen denken vaak dat ik door mijn rolstoel ook sociaal-emotioneel en cognitief beperkt ben. Deze onterechte aanname heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf constant wilde bewijzen.”
Van haar derde tot zestiende jaar zat Dominique op speciaal onderwijs, waar vooral de fysieke aspecten van haar aandoening aandacht kregen. Haar mentale welbevinden en wat haar aandoening met haar deed kreeg veel minder aandacht. Vooral op de basisschool was dit het geval. ”Als je je emoties toonde over iets wat je dwars zat of wat je niet fijn vond, werd daar vaak niet op de juiste manier mee omgegaan. Dan leer je al snel genoeg dat het niet zinvol is om te uiten hoe je je voelt.”
“Als je je emoties toonde over iets wat je dwars zat of wat je niet fijn vond, werd daar vaak niet op de juiste manier mee omgegaan. Dan leer je al snel genoeg dat het niet zinvol is om te uiten hoe je je voelt.”
“Als je je emoties toonde over iets wat je dwars zat of wat je niet fijn vond, werd daar vaak niet op de juiste manier mee omgegaan. Dan leer je al snel genoeg dat het niet zinvol is om te uiten hoe je je voelt.”
Ondanks haar neurologische hersenaandoening kon ze cognitief goed meekomen, maar hierdoor voelde ze zich ook vaak onzichtbaar in de klas. Doordat ze minder uitleg nodig had, kreeg ze automatisch minder aandacht. Trots op haar zelfstandigheid, vroeg ze zelden om hulp. Het patroon van het onderdrukken van haar gevoelens zette zich voort op de middelbare school, waar de verantwoordelijkheden en verwachtingen toenamen. “Vanaf de tweede klas ging het tempo flink omhoog. Ik had de grootste moeite om al het huiswerk bij te houden. Vaak kwam ik moe en overprikkeld thuis. Huiswerk maken zat er dan niet meer in. Docenten verwachten wel dat je het af had met de volgende les, wat bij mij voor veel stress zorgde. Uiteindelijk kreeg ik langer de tijd om m’n huiswerk te maken, als het maar de week daarop af was. Dit zorgde voor iets minder druk op de ketel, maar de vermoeidheid en overprikkeling werden er niet minder op. Desondanks haalde ik goede cijfers.”
“Dat ik onbedoeld een vertekend beeld van de realiteit liet zien, drong tot me door toen ik hoorde van een docent dat ze tijdens besprekingen nooit zoveel tijd aan me kwijt waren, omdat ik zo’n makkelijke leerling was en er goed voorstond. Hoewel ik de hilariteit van de opmerking wel kon inzien, besefte ik me dat het misschien tijd werd om me uit te spreken als er iets niet goed ging en beter voor mezelf op te komen. Pas toen ik dat deed kwam er langzaam meer aandacht voor mijn mentale gezondheid.”
Dominique wil benadrukken hoe belangrijk het is om meer aandacht te besteden aan de mentale gezondheid van kinderen en jongeren op scholen. “Hoewel ik niemand de schuld wil geven, wil ik wel benadrukken hoe belangrijk het is dat er meer aandacht komt voor de mentale gezondheid van kinderen en jongeren op scholen. Ik ben ervan overtuigd dat als mijn school gebruik had gemaakt van vragenlijsten van bijvoorbeeld EduSignals, er sneller boven water was gekomen hoe ik mij eigenlijk voelde in plaats van wat ik aan de buitenwereld liet zien.”