Optimaal leren begint bij een positief welzijn!

In opdracht van DilemmaFoundation is er een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van stress en druk onder jongeren. De resultaten van dit onderzoek worden in dit artikel gedeeld en toegelicht.

Naar stress en druk onder jongeren is al veel onderzoek gedaan. Hieruit blijkt steeds dat het ervaren van druk en stress veel negatieve effecten met zich meebrengt. Zo heeft stress een negatief effect op de schoolprestaties (1;2) en het mentaal welbevinden van jongeren (3). Ook hebben de negatieve emoties die jongeren ervaren invloed op het leervermogen (4;5) en kan het zelfs leiden tot voortijdig schoolverlaten (6). Om ervoor te zorgen dat jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen en om de nadelige effecten van druk en stress te verminderen, is het van belang om meer inzicht te krijgen in stress en de effecten ervan op jongeren. In dit artikel doen we dat door eerst de werking van druk en stress uit te leggen en vervolgens, met behulp van onze data, het effect op het denk- en ontwikkelvermogen van jongeren verder te onderzoeken.

Stress, druk en mentale belasting

Stress, druk en mentale belasting hebben veel invloed op ons gedrag. Onder stress gedragen we ons anders, hebben we bijvoorbeeld ineens last van een black-out of lopen we rood aan. We hebben ons gedrag minder goed in de hand. Hoe komt het nou dat wij ons anders gedragen onder stress en onder druk?

Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst kijken naar het onderscheid tussen automatische processen en sturende processen in ons brein. Ons gedrag komt voort uit één van deze processen of een combinatie ervan. Automatische processen verlopen grotendeels onbewust en kosten ons geen energie. Een voorbeeld is fietsen, het kost ons weinig tot geen energie en we hoeven niet bewust na te denken over hoe dit ook alweer moet. Sturende processen verlopen daarentegen niet automatisch, maar vereisen bewustzijn en kosten bovendien energie en denkkracht. Het zijn de processen die ons gedrag evalueren en bijsturen als dat nodig is. Als we blijven bij het voorbeeld van fietsen, dan hebben wij de sturende processen nodig als wij in een drukke stad fietsen waar wij de weg niet kennen. We moeten op het verkeer letten en we moeten ook nog de route onthouden, oftewel, we moeten ons gedrag bijsturen.

Wanneer we druk en stress ervaren, heeft dit invloed op onze automatische en sturende processen. Druk en stress zorgen ervoor dat ons lichaam het idee heeft dat wij ons bevinden in een bedreigende situatie. Deze bedreigende situatie roept emoties op en zorgt ervoor dat er extra energie wordt vrijgemaakt om snel te kunnen reageren. Deze energie gaat ten koste van onze sturende processen, waardoor we dus minder goed in staat zijn om ons gedrag te controleren en bij te sturen. We gaan door op de automatische piloot(7).

Inzoomen op stress, druk en cognitieve prestaties

Vanuit de wetenschappelijke literatuur is het dus bekend dat stress en druk veel nadelige gevolgen hebben. Ook is het bekend dat wij onder druk en stress doorgaan op de automatische piloot. DilemmaManager doet al jaren onderzoek naar de effecten van stress, druk en de automatische piloot, waarbij altijd de vertaalslag wordt gemaakt naar de praktijk. In dit artikel zal dan ook op basis van deze onderzoeken, verder worden ingezoomd op de verbanden tussen stress, druk en cognitieve prestaties van jongeren. In dit onderzoek zijn de gegevens van 700 jongeren meegenomen. De jongeren hebben de Mentale balans ingevuld en een cognitieve capaciteitentest op de onderdelen numeriek-, verbaal- en abstract denkvermogen.

Als eerste zien we, in lijn met de wetenschappelijke literatuur, dat jongeren die meer druk en stress ervaren, minder vragen goed hebben beantwoord op alle onderdelen opgeteld van de capaciteitentest. Ook zijn zij minder nauwkeurig geweest in het beantwoorden van de vragen. Een hogere mentale belasting leidt er dus toe dat jongeren de capaciteitentest minder goed hebben gemaakt, wat hun leer- en ontwikkelvermogen verlaagd. Tevens zien we dat jongeren meer fouten maken, wat verklaard kan worden door het minder goed kunnen inzetten van de sturende processen in het brein.

Om deze jongeren zich optimaal te laten ontwikkelen, is het noodzakelijk dat de druk op hen wordt verlaagd of dat zij worden toegerust om beter met deze druk om te gaan. Hierdoor zullen zij beter in staat zijn om zich te focussen op leren en ontwikkelen en zullen zij meer vrije ruimte krijgen om hun sturende processen te gebruiken.

Mentale belasting en de Mentale balans

Een manier om de mentale druk en stress die jongeren ervaren in kaart te brengen is door de Mentale balans in te zetten. De uitslag van de Mentale balans zegt iets over de hoeveelheid mentale belasting die een jongere ervaart. Hierbij geldt dat een hoge mentale belasting betekent dat een jongere zich veel zorgen maakt en veel aan zijn/haar hoofd heeft. Een lage mentale belasting betekent dat een jongere zich nauwelijks zorgen maakt en onbevangen en zorgeloos in het leven staat.

Percentage jongeren per categorie

Mentale belasting & totale score capaciteitentest

*Het gevonden verband is significant (p<.005)

De mate van stress en druk is dus van invloed op het algehele presteren van jongeren. Wat hierbij opvalt is dat stress en druk een sterkere invloed heeft op het numerieke denkvermogen dan op het abstracte- en verbale denkvermogen. Het ervaren van meer zorgen en problemen leidt tot het minder goed beantwoorden van de vragen van het onderdeel Numeriek. Ook zijn de jongeren minder nauwkeurig geweest in het beantwoorden van de vragen.

Wat betekent dit dan voor de jongere in de praktijk? Het numeriek denkvermogen gaat onder andere over het aanbrengen van structuur en het omgaan met feitelijke informatie. Als de druk op de jongere toeneemt, dan zal de jongere meer moeite krijgen om terug te vallen op feitelijke informatie. De jongere zal moeite krijgen met het gestructureerd nadenken en het plannen van bijvoorbeeld het schoolwerk. Wanneer de jongere meer druk en stress ervaart, kan het de jongere helpen om meer kaders te geven, te ondersteunen bij het plannen en organiseren van het schoolwerk of om de jongere rust, reinheid en regelmaat te bieden. De druk op de jongere kan hierdoor verlaagd worden en de jongere wordt hierdoor beter toegerust om met deze druk en stress om te gaan. Het mes snijdt dus aan twee kanten!

Wat houdt numeriek denkvermogen in?

Het numerieke denkvermogen gaat over het kunnen verwerken, analyseren en gebruiken van feitelijke, cijfermatige of rekenkundige gegevens en informatie. In het kader van denken, houding en gedrag vertaalt dit zich naar het kunnen omgaan met taken en competenties met een vooral feitelijk, procedureel, technisch of uitvoerend karakter. Denk aan vaardigheden zoals plannen, terugvallen op feiten, aanbrengen van structuur.

Mentale belasting & numeriek denkvermogen

*Het gevonden verband is significant (p<.005)

Samenvattend

Zoals we hebben gezien, in de wetenschappelijke literatuur en in onze eigen data, heeft het ervaren van stress en druk invloed op het denk- en leervermogen van jongeren, waarbij het vooral effect heeft op het numerieke denkvermogen van jongeren. Bij het ondersteunen van jongeren in hun ontwikkeling moet er dus rekening gehouden worden met de aan- of afwezigheid van stress en druk. Wanneer de jongere meer stress en druk ervaart, is er een andere aanpak nodig. Hierbij is het van belang dat de bron van stress en druk wordt aangepakt, maar ook dat we de jongere weerbaarder maken om met stress en druk om te gaan. Dit kunnen we doen door bijvoorbeeld meer kaders en structuur te bieden.

Focus dus niet alleen op het feitelijke leer- en ontwikkelproces, maar kijk ook naar de situatie van de jongere. En bepaal op basis van de situatie van de jongere op welke manier hij/zij het beste ondersteund kan worden.

Referenties

  1. Kaplan, D., Liu, R.X., & Kaplan, B. (2005). School related stress in early adolescence and academic performance three years later: the conditional influence of self-expectations. Social Psychology of Education, 8, 3-17. Doi: 10.1007/S11218-004-3129-5
  2. Kenny, M.E., Gallagher, L.A., Alvarez-Salvat, R., & Silsby, J. (2002). Sources of support and psychological distress among academically successful inner-city youth. Adolescence, 37(145), 161-182.
  3. Reijntjes, A., Kamphuis, J.H., Prinzie, P., & Telch, M.J. (2010). Peer victimization and internalizing problems in children: A meta-analysis of longitudinal studies. Child Abuse & Neglect, 34(4), 244-252. Doi: 10.1002/ab.20374
  4. Broughton, S.H., Sinatra, G.M., & Bussbaum (2013). “Pluto has been a planet my whole life!” Emotions, attitudes and conceptual change in elementary students’ learning about Pluto’s reclassification. Research in Science Education, 43, 529-550.
  5. Dettmers, S., Trautwein, U., Lüdtke, O., Goetz, T., Frenzel, A.C., & Pekrun, R. (2011). Students’ emotions during homework in mathematics: Testing a theoretical model of antecedents and achievement outcomes. Contemporary Educational Psychology, 36(1), 25-35. Doi: 10.1016/j.cedpsych.2010.10.001
  6. De Anda, D.D., Baroni, S., Boskin, L., Buchwald, L., Morgan, J., Ow, J., et al. (2000). Stress, stressors and coping among high school students. Children and Youth Service Review, 22(6), 441-463. Doi: 10.1016/S0190-7409(00)00096-7
  7. Gaillard, A. (2006). Stress, productiviteit en gezondheid. Boom.